Ze wekken die suggestie. Hun aanwezigheid is zo prominent dat je je onwillekeurig afvraagt wat ze allemaal in hun geheugen hebben opgeslagen.
Laatst was ik in Rosmalen.
Dat is een eenvoudig dorp dat dreigt te worden opgeslokt door de naburige stad Den Bosch. Veel stelt Rosmalen niet voor, en de dorpskern maakt zelfs een wat ontzielde indruk, alsof er gewacht wordt op een projectontwikkelaar die er wel eens even een bruisend hart in zal stampen. Fascinerend overigens dat zich onder de volgelingen van Rita Verdonk zoveel vastgoedmannen bevinden. Als zich nou één beroepsgroep niets gelegen laat liggen aan de geschiedenis, het landschap en het karakter van Nederland is het die wel. Als er maar gebouwd en geld verdiend kan worden.
Maar dat terzijde.
Er staat in Rosmalen een interessante boom, niet in het centrum, maar in een stille woonwijk. Het is een lindeboom en hij is honderden jaren oud. Hij staat op een terp, of beter gezegd: op het restant van een heuvel.
In de veertiende eeuw stond daar een kasteel op, en in 1485 ging de boel over in handen van de zusters augustinessen die van in de gebouwen een klooster begonnen: Annenborch, vernoemd naar Anna, de moeder van Maria.
Honderd jaar later kwam het klooster in handen van de jezuïeten en na de vrede van Munster in 1648, toen de katholieke geestelijkheid de aardse goederen moesten inleveren, raakt het in verval. In 1669 brandde de boel af, twintig jaar later vestigde een boer zich in de restanten en begon er een kroeg. Tijdens diverse overstromingen van de Maas speelde de Annenborch een belangrijke rol, omdat het hooggelegen terrein was.
Ja, de geschiedenis.
De restanten van de Annenborch liggen nu dus in een woonwijk, en het belangrijkste overblijfsel is die lindeboom, een machtig, knoestig exemplaar met op dit moment nog kale takken en een gedeeltelijk holle stam, gevuld met kippengaas. Er staat een mooi smeedijzeren hekwerk omheen, en de terp is met vetgroen gras begroeid. Hoe mooi een boom ook kan zijn, nog mooier is altijd de omgeving. Of laat ik het zo zeggen: het is de omgeving die de boom mooi maakt.
In dit geval zijn dat de huizen die in een wijde cirkel om de boom en de terp heen zijn gebouwd. Het is nieuwbouw uit diverse perioden; jaren tachtig, jaren negentig. Goedkope, grauwe woningen met kleine ramen, aan elkaar geschakeld. Modernere huizen, met meer variatie in baksteen en ramen. Ook is er een school, basisschool De Borch, met een zandbak en twee glijbanen. De straat die om de boom heen cirkelt, heet Augustinessenborch.
Het was een stille ochtend toen ik oog in oog met de boom kwam. En even later stond ik ernaast om vast te stellen wat de boom zoal kan zien van het moderne leven in Rosmalen, gesteld dat een boom kan kijken. Dat was veel, maar niet op het moment dat ik er was, want er gebeurde helemaal niets, behalve dat er uit de school vaag wat kindergezang klonk.
Toch had de lindeboom een onbelemmerd zicht op tientallen voordeuren en huiskamers, op tientallen slaapkamers, badkamers en zolderramen, op parkeerplaatsen en een vuilniscontainer waarin, bovenop een berg puin, een oude wc-pot lag, want altijd is er wel iemand aan het verbouwen. Ik was even jaloers op de boom: zo centraal gelegen in het leven van zoveel mensen; mooier kan het niet. Dan waak je over drama en geluk, dan doe je er toe. Zelfs al heb je geen geheugen en geen ogen.